Een Stief Kwartiertje: Voedselbos

Een voedselbos is een door de mens ontworpen systeem gericht op duurzame voedselproductie. Een goed ontworpen voedselbos houdt zichzelf in stand en biedt voedsel en onderdak aan ontelbare soorten organismen, groot en klein. Dat hebben ze in het gemeentehuis van Brummen goed begrepen. Het voedselbos in de nieuwbouwwijk Elzenbos in het dorp Brummen heeft de gedachte bij het College van B en W gevoed dat een grote tuin met allerlei planten en struiken een uitgelezen plek is om mensen onderdak te bieden. Het college gaat uit van het grondbeginsel dat aan twee basisvoorwaarden moet zijn voldaan wil een mens als organisme in stand blijven en dat zijn voedsel en onderdak. In het Brummense voedselbos is veel voedsel, maar te weinig onderdak en dus heeft het college besloten om een deel van het voedselbos te herbestemmen en nu wil men daar een nieuwe wijk bouwen. Het is ook in lijn met het zojuist benoemde grondbeginsel, want er is grond en dat is een basis voor voedsel en onderdak. Goed bestuur wordt gevoed door grondbeginselen die er onderdak vinden, zo redeneert men.

De vele vrijwilligers, die al ruim zes jaar het voedselbos van grondstoffen voorzien, hebben niets tegen grondbeginselen, maar zien in beginsel geen grond voor de argumentatie van het college. Ze zijn niet tegen onderdak, want dat hebben ze zelf in voldoende mate, maar vinden dat de gemeentelijke omzetting van verbouwen naar bouwen niet te pruimen na hun jarenlange ecologisch en biologisch gezwoeg op hun grond. Het scheelt maar drie letters, maar de vrijwilligers hebben een ander drieletterwoord voor hun gevoelens, dat ik echter fatsoenshalve hier niet kan neerpennen.

De gedeeltelijke afbraak van het voedselbos is een van de grote vraagstukken waar Brummen mee worstelt. Het is tevens een landelijk probleem; om te kunnen bouwen moet er iets afgebroken worden en dat kan ook natuur zijn. Het Brummense voedselbos staat er symbool voor. Brummen heeft zich gecommitteerd aan de provinciale afspraak en opdracht dat ze 1250 woningen moet bouwen vóór 2030. Een paar honderd zijn er al gebouwd, maar de grote hap moet nog gerealiseerd worden en de grote vraag is: waar? Inmiddels zijn al een paar terreinen aan de randen van de dorpen Brummen en Leuvenheim aangewezen waarop de gemeente het recht van eerste koop heeft weten te bedingen, maar zoals het gaat in ons steeds voller wordende landje, het volk begint zich te roeren. Uiteraard zal elk mens, dat zichzelf beschaafd noemt, erkennen dat er sprake is van woningnood, maar over een humane wijze van lenigen van die nood wordt verschillend gedacht, waarbij veelal het grondbeginsel boven komt drijven: maar niet in mijn achtertuin. Bouwen in de huidige tijd betekent veelal inbreuk of afbreuk van een ander belangrijk cultureel erfgoed; creativiteit moet een uitweg bieden.

De achtertuin van Brummen is groot. Er is veel natuur, er zijn landgoederen maar ook de flanken van de Veluwe en de uiterwaarden van de IJssel en alles is even kostbaar en dient behouden en beschermd te worden. Dus breekt men zich nu het hoofd over waar dan wel te bouwen.
Eén grondbeginsel zal meer gevoed moeten worden en onderdak moeten vinden in de hoofden van mensen: ‘niet in mijn achtertuin’ zal moeten transformeren naar ‘liever niet in mijn achtertuin’ en dan naar ‘ik zal toch moeten inschikken’. Met andere woorden: hoe geven we voedsel en onderdak aan het evenwicht tussen wonen en natuur, zodat we tussen de bomen het huis kunnen zien.

Desiderius Antidotum

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.