Het dorp Klarenbeek dankt haar ontstaan en ontwikkeling aan de loop van een oude beek die in Beekbergen zijn oorsprong heeft. Doordat de Beekberger Beek langs het dorp stroomt en verder door Voorst naar de IJssel, kon de Kopermolen van Pluim hier in vroeger tijden gevestigd worden. De eerste kopermolen moet, naar verteld wordt, hebben gestaan aan de Polveenseweg op de plek van de boerderij De Kleine Molen. De oude Klarenbeekse beek, die er vlak langs stroomt, wordt nog altijd ‘de verloren beek’ genoemd.
De kopermolen was eigendom van Pluim. Er werd koper gesmolten, geplet en geknipt. Van de platen maakte men onder meer scheepswanden. Hier werd vroeger ook koper geplet waaruit koperen centen werden geslagen.
Johan Krepel was een vakbekwaam meesterknecht bij Pluim. Na het overlijden van Pluim vertrok hij in 1746 uit Klarenbeek na ruzie met de erfgenamen. Hij kwam in 1761 weer terug en maakte er een bloeiend bedrijfje van. Hij overleed in 1779, waarna zijn zoon Jan Richard, die het bedrijf overnam, meer productie wilde maken. Hij moest meer watertoevoer hebben. Krepel gaf daarom opdracht om de loop van de beek te verleggen. Door middel van wallen werd het water van de beek kunstmatig op een hoog niveau gebracht. De beek kreeg hierdoor een fors verval van ongeveer 4 meter. Er werd bij het bedrijf een groot waterrad geplaatst. Een vijver werd aangelegd als reservoir.
De Beekberger Beek is nog altijd een bijzondere beek vanwege haar hoge ligging. De beek komt van Oosterhuizen Klarenbeek binnen. Rijdend over de Klarenbeekseweg ziet men de ‘heldere klare beek’ stromen, waaraan het dorp (zo wordt beweerd) haar naam te danken heeft.
Het moet zo’n 250 jaar geleden een gigantisch karwei zijn geweest om met schop en kruiwagen de loop van de beek te verleggen. De sterk verhoogde loop kan men bij de gemeentegrens Apeldoorn – Voorst duidelijk zien. Een dijkbreuk zou het leeglopen van de gehele beek tot gevolg hebben. De beek stroomt nog altijd (zonder functie voor Krepel) langs de houtindustrie en krijgt hier een fors verval en stort dan even later in de Voorsterbeek, waar ook de Loenense Molenbeek in uitmondt.
Voor een groot deel is langs deze beek een fraai fietspad aangelegd, dat vooral bij mooi weer druk bereden wordt.
