GEM. RHEDEN – Twee jaar geleden besloot Ronald Haverkamp dat dit zijn laatste periode als wethouder in de gemeente Rheden zou zijn. Maar wat een laatste periode werd het: een coronacrisis die geregeld moest worden en een plan voor de Posbank dat door zijn eigen fractie werd afgeketst, maar ook mooie nieuwe plannen zoals nieuwbouw op het ziekenhuisterrein in Velp.
Het waren een paar turbulente laatste jaren, met als meest opvallende gebeurtenis natuurlijk die beruchte raadsvergadering in oktober vorig jaar. Het college presenteerde een voorstel voor afsluiting van de Posbank voor gemotoriseerd verkeer, maar de raad ging daar niet mee akkoord. “Dat was wel mijn meest bizarre vergadering. Ik stond ineens lijnrecht tegenover mijn eigen fractie”, blikt hij terug. “Ik stond zelf volledig achter het afsluiten van de Posbank. Dat doe ik nog steeds. Ik was er een half jaar mee bezig en in één week ging het ineens de hele andere kant op. Maar ja, dat is democratie en politiek. Ik zeg wel eens, de Posbank is net het Nederlands elftal, iedereen vindt er wat van. Maar ik kan dingen gelukkig vrij goed van me af laten glijden. Ik slaap een paar nachten slecht van, ben een paar dagen chagrijnig en daarna pak ik het op.”
Kritiek
Omgaan met kritiek, dat heeft Haverkamp de afgelopen jaren wel geleerd, maar ook hij merkt dat de samenleving is verhard. “Mensen kunnen heel hard reageren. Dat is ook wel makkelijk vanachter het toetsenbord. Ik heb wel eens een meneer die altijd maar kritiek had, uitgenodigd voor een gesprek. Kom het me dan maar in mijn gezicht vertellen, dan kunnen we het erover hebben. Maar die heb ik nooit gezien. Daarna was het commentaar ook voorbij trouwens.” Haverkamp weet hoe hij het van zich af moet laten glijden. “Ik krop dat niet op, maar kan er goed over praten. Met mijn vrouw, maar ook met mijn collega’s van het college. Inmiddels ben ik het wel gewend en maak ik me er niet meer druk om. Maar het is ook wel eens leuk als je merkt dat mensen waarderen wat je doet.”
Per 1 mei gaat Haverkamp als directeur/bestuurder aan de slag bij Ataro, een overheids-bedrijf in de gemeente Zevenaar, die het beheer en de exploitatie regelt voor sportaccommodaties. Daar kijkt hij erg naar uit. “Ik ga leiding geven aan een groep mensen die in een goede sfeer mooie dingen neer wil zetten, zonder dat er elke dag wel ergens kritiek op komt. Een heel andere baan, in een ander gebied.”
Daarnaast is het voor de drukke wethouder ook wel prettig om het qua uren wat rustiger aan te gaan doen. “Het werk is de afgelopen jaar alleen maar intenser geworden en toegenomen. Toen ik begon maakte ik zo’n 50 uur per week, nu is het eerder 70. Soms drie keer per week ’s avonds vergaderen, verplichtingen in het weekend. Daarbij ben ik als mens heel betrokken. Ik wil goed voorbereid zijn en weten hoe dingen werken. Ik kan ’s nachts wel liggen nadenken over mogelijke scenario’s voor raadsvergaderingen. Hoewel we als VVD de grootste partij waren, heb ik vaak hard moeten knokken in de linkse Rhedense raad.”
Bolkestein
Die betrokkenheid begon toen Haverkamp in zijn werk als boekhouder werd gedetacheerd bij een gemeente. “Ik ben begonnen in het bedrijfsleven en hield me bezig met winst en omzet. Dat was heel plat. Toen ik voor een gemeente ging werken, gingen de cijfers voor me leven. Ze kregen een andere dimensie. Ineens waren het budgetten waarmee je maatschappelijke vraagstukken kunt oplossen. En om dat allemaal te realiseren, moet er een aanzet zijn uit de politiek. Ik raakte geïnteresseerd.”
Haverkamp, toen eind 20, begon raadsvergaderingen te bezoeken en ging op zoek naar een partij waar hij zich thuis voelde. “Ik ben opgegroeid in Velp-Zuid. Een echte arbeiderswijk waar iedereen PvdA stemde, ook mijn ouders. Maar ik raakte gefascineerd door Frits Bolkestein, een echte leider, met een goed verhaal. Ik herkende zijn idealen. Ik sloot me aan bij de lokale VVD, waar ik als jonkie natuurlijk met open armen werd ontvangen.”
Eenmaal bij de partij ging het snel, van raadsvolger en fractieondersteuner werd Haverkamp raadslid en binnen een jaar fractievoorzitter. In 2010 begon hij zijn eerste termijn als wethouder. “Ik moest toen wel wat knoppen omzetten. Ik was politicus in hart en nieren. Heel actief en gewend te zeggen wat ik ergens van vond. Als bestuurder moest ik toch wat meer op mijn woorden letten en denken aan zaken als coalitiebelangen. Voor ik wethouder werd, was ik ambtenaar en ik moest leren dat dat echt een andere rol is. Ik wilde mijn eerste begroting zelf wel opstellen, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.”
Woningbouw
Als je 12 jaar wethouder bent geweest, zijn er heel wat dossiers om op terug te kijken, met vele daarvan heeft Haverkamp zich lang bezig gehouden. “Als wethouder moet je echt een lange adem en geduld hebben. En je moet doorzetten, omdat je anders dingen niet voor elkaar krijgt. Ik denk dat ik in mijn laatste periode het meest heb bereikt.”
Zijn eerste grote opdracht was het moderniseren van alle gemeentelijke sportaccommodaties en de aanleg van kunstgrasvelden, weet de wethouder nog. “Ook heb ik in mijn eerste periode de zondagopenstelling van de winkels erdoor gekregen. Destijds een heikel punt, met een nipte meerderheid door de raad aangenomen. En nu vindt iedereen het al gewoon dat de winkels op zondag open zijn.”
Daarna somt de wethouder een hele reeks memorabele onderwerpen uit zijn carrière op. Hij was dorpswethouder van het dorp Rheden waar hij graag komt, trots op de nieuwbouwplannen voor het gemeentehuis, heeft het natuurbegraven ingevoerd, drie bezuinigingsoperaties meegemaakt maar toch de lokale lasten laag weten te houden en recent een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de invulling van terrein De Groot, waar al 35 jaar wat mee moet gebeuren.
Ook heeft Haverkamp in de loop der jaren een heel aantal woningbouwprojecten aangeslingerd. “Er kunnen de komende jaren 1200 woningen worden gebouwd in de gemeente Rheden. Het is jammer dat ik die projecten niet kan afronden, maar ik hoop echt dat mijn opvolgers dat oppakken en alle belangen afwegen. Bij elk woningbouwproject zal er weerstand komen uit de buurt. Ik hoop dat de raad stevig in zijn schoenen staat en doorzet. Want die woningen moeten er komen, anders hebben onze kinderen straks geen huis. Iedereen heeft recht op een huis en dat bekent dat mensen die al een huis hebben, soms wat water bij de wijn moeten doen als het gaat om hun ‘achtertuin’. Zorg dat er een positieve klap op die plannen komt en dat ze doorgaan.”
Afbouwen
En dan is nu de tijd aangebroken om een volgende stap in zijn loopbaan te zetten en vooral de gemeentepolitiek los te laten. “Natuurlijk zal het me iets doen als ingezette plannen toch de andere kant op gaan, maar ik moet niet meer alles willen weten en alles willen lezen. Ik ga ook niet mijn fractie bellen als ze iets doen waar ik het niet mee eens ben. Aan de andere kant mogen zij mij altijd bellen voor advies.”
Haverkamp kijkt alleen maar heel tevreden terug op de afgelopen 12 jaar. “Ik ben heel dankbaar dat mijn integriteit nooit ter discussie heeft gestaan en ik nooit een motie van wantrouwen heb gehad. Ik weet nu al dat als ik later met de kleinkinderen op de bank zit, dat dit de hoogtepunten uit mijn werkzame leven waren. Ik vond het een heel eervolle baan en ben blij dat ik dit mocht doen.”