DOESBURG – Er lijkt wellicht weinig te gebeuren, maar achter de schermen wordt hard gewerkt aan de plannen voor het aardgasvrij maken van de wijk De Ooi in Doesburg. “De onderzoeken worden steeds gedetailleerder en de plannen steeds concreter”, vertelt wethouder Peter Bollen. Hij is, net als directeur-bestuurder Saskia Hakstege van Woonservice IJsselland, enthousiast over het project, waarvan de uitvoering langzaam maar zeker dichterbij komt.
Het is de bedoeling dat alle woningen in de Doesburgse wijk De Ooi, dat zijn er zo’n 950 in totaal, in 2028 aardgasvrij zijn. De gasverwarming moet worden vervangen door een warmtenet, dat wordt gevoed met warmte van water uit de IJssel. Het water heeft ’s zomers een temperatuur van rond de 20 graden. Dit water wordt tussen de kleilagen in de grond opgeslagen en later met een warmtepomp bijverwarmd tot 70 graden als het naar de huizen gaat.
De eerste onderzoeken zijn gedaan en de resultaten zijn zo veelbelovend, dat de gemeente Doesburg vorig jaar bijna 4 miljoen euro rijkssubsidie heeft ontvangen uit het potje Proeftuin Aardgasvrije Wijken. “Er zit muziek in onze plannen”, concludeert wethouder Bollen. “Daarom is de subsidie toegekend. Dat betekent dat we nu aan de slag kunnen met een concreet uitvoeringsplan voor het aardgasvrij maken van de wijk.”
Gemeente Doesburg werkt in dit proces nauw samen met andere betrokken partijen, zoals het Waterschap Rijn en IJssel, Alliander, de bewonersraad en de wijkraad. Een andere belangrijke partner is Woonservice IJsselland, eigenaar van ongeveer de helft van de woningen in de wijk. Directeur-bestuurder Saskia Hakstege grijpt de mogelijkheid om de huurwoningen in De Ooi aardgasvrij te maken met beide handen aan: “Het project past perfect binnen onze energiedoelstellingen. Zo willen we alle huurwoningen naar energielabel A brengen, voornamelijk door te isoleren. Daarnaast willen we zoveel mogelijk woningen gasloos maken.”
Investering
Belangrijk uitgangspunt binnen het project is dat bewoners zeker niet méér gaan betalen voor hun energie. Veel inwoners van de wijk hebben een modaal inkomen of lager en voor hen mag er wat dat betreft niets veranderen. Hakstege benadrukt dat de huurders niets extra gaan betalen, voor huiseigenaren ligt dat iets anders. Bollen legt uit: “Het warmtenet wordt aantrekkelijker dan verwarmen met gas, maar de investeringen gaan voor de baten uit. Er zal dus eerst geld in moeten worden gestoken voor het iets oplevert. Dat betekent dat huiseigenaren zelf ook een bijdrage moeten leveren.” Zo moeten bijvoorbeeld aansluitkosten voor in huis worden betaald en dat wordt niet volledig gedekt door de subsidie.
“We gaan ons best doen een zo aantrekkelijk mogelijk aanbod te presenteren aan de huiseigenaren, zodat zoveel mogelijk mensen meedoen,” zegt Bollen. Om wat voor bedrag het gaat, daar heeft de wethouder nog geen zicht op. “Daar moeten we eerst nog heel wat berekeningen op loslaten.” Deelname is op basis van vrijwilligheid, maar Bollen hoopt dat zoveel mogelijk mensen aansluiten. Niet alleen met het oog op de duurzaamheid, maar ook omdat de kosten zullen dalen als er meer huishoudens meedoen.
De wijk wordt stap voor stap aangepakt. Er is al bekend welke woningen het eerst aan de beurt zijn, maar omdat de wethouder eerst de bewoners wil informeren, houdt hij daarover zijn mond nog stijf dicht. “Het gaat om een praktische keuze, een deel van de wijk die technisch gezien het meest geschikt is. Binnenkort krijgen de bewoners bericht.” De komende tijd worden er proefboringen gedaan in de grond en worden huizen gescand onder andere om in beeld te brengen hoe groot de warmtevraag is.
Meepraten
Ondertussen worden de bewoners van de wijk betrokken bij het proces, bedrukken Bollen en Hakstege. Alle bewoners van de wijk krijgen de komende tijd een huisbezoek, zowel huurders als eigenaren. “Tijdens de eerste informatieavonden waren de bewoners van de wijk overwegend positief. We merkten dat mensen zich vooral afvragen ‘wat betekent dit voor mij?’ Hoe ga ik koken? Wat betekent dit voor mijn maandelijkse energierekening? Wat voor aanpassingen moeten er in mijn huis worden gedaan? Op dat soort vragen kunnen wij tijdens die huisbezoeken antwoord geven”, aldus Hakstege.
Aan de andere kant wordt tijdens die bezoeken ook veel informatie opgehaald. “Zo kunnen we inventeriseren hoe de bewoners over de plannen denken, hun input en zorgen meenemen in de ontwikkeling en kijken welke vragen er leven.”
Pas volgend jaar worden de plannen echt concreet en tot die tijd is er alle gelegenheid en ruimte om met de gemeente in gesprek te gaan, benadrukt wethouder Bollen.
Foto: Linda Peppelman
Foto: Wethouder Peter Bollen en directeur-bestuurder Saskia Hakstege van Woonservice IJsselland trekken samen op in het aardgasvrij maken van de wijk De Ooi – donderdag gehuld in dichte mist …