REGIO – Het Verzet, in allerlei vormen, is in 2018 het jaarthema van het Nationaal Comité 4 en 5. Ook in onze regio krijgt dat thema speciale aandacht tijdens verschillende herinnerings-bijeenkomsten en vieringen. Want ondanks dat geallieerde soldaten uiteindelijk de Duitse bezetters in 1945 verjoegen, heeft het verzet in de voorliggende vijf jaren en tijdens die daadwerkelijke bevrijding beslist een belangrijke rol gespeeld.
Auteur Wencel Maresch publiceerde in 2005 zijn boek Oorlog aan de Veluwezoom, waarin ook ruim aandacht aan het verzet in onze regio werd besteed. Het navolgende verhaal is daaraan ontleend.
Verzet. Volgens het woordenboek: weerstand bieden. Het is een verzamelwoord voor iedere handeling die gericht is tegen iets. In het geval van de Tweede Wereldoorlog stond het voor het weerstand bieden aan de bezettingsmacht in al z’n vormen. Geestelijk, passief en actief. Het varieerde van het risicoloze niet inleveren van koperen voorwerpen tot het liquideren van soldaten en collaborateurs. Alles wat zich daartussen beweegt, valt onder die noemer ‘verzet’.
Dat waren dikwijls kleine en schijnbaar onbetekenende daden, maar van belang voor het denken en voelen van velen. Wie een lucifer met de kop omhoog in een knoopsgat droeg, wilde zeggen: ‘Kop op!’. Iemand die ‘O zo!’ zei, bedoelde daarmee Ozo, Oranje Zal Overwinnen. Kwartjes met de beeltenis van de koningin werden uitgezaagd en als medaillon of speldje gedragen.
Vervolgens hielpen de Duitsers en vooral hun maatregelen van onderdrukking de afkeer als basis van verzet verder ontwikkelen. Na iedere repressieve maatregel groeide de groep mensen die het niet meer pikten. De jacht op mensen die verzet pleegden was intussen fel en meedogenloos, waarbij alle middelen geoorloofd waren, aan beide zijden.
Dierenaar Marius van der Kloot Meijburg raakte al vroeg betrokken bij het verzet en vertelde in 2004 aan Maresch: “Waarom ik in verzet kwam? Geen idee, je rolde er als vanzelf in. Het ideaal daarachter? Dat weet ik ook niet. We hadden gewoon ongelooflijk de pest aan de Moffen, aan dat regime. Dus als je ze dwars kon zitten, dan deed je dat gewoon. Wij hadden in de leerlooierij aan de Lagestraat een joods gezin ondergebracht. Vader, moeder en twee kinderen. De Duitsers hebben hen niet gevonden, ook niet toen ze de looierij doorzochten. Maar daar begint het mee, met dat je die mensen wil helpen.”
Wanneer het verzet in Dieren en omgeving werkelijk is begonnen, is niet exact bekend. Het is waarschijnlijk dat in de winter van 1940-1941 dominee Gerrit Plantagie, predikant van de gereformeerde kerk aan de Zutphensestraatweg in Dieren, werd benaderd door zijn collega ds. Frits Slomp uit Winterswijk. Die gebruikte het pseudoniem Frits de Zwerver en was bezig met het opzetten van een netwerk dat onderduikers moest gaan helpen, de latere Landelijke Organisatie, de LO. Plantagie zocht hulp binnen zijn eigen kerk en kwam terecht bij de broers Ben en Jurriën ‘Jut’ Reinders uit Dieren. De kerk aan de Zutphensestraatweg was een echte verzetshaard. Mevrouw Pietje Voerman, toenmalige verloofde en latere weduwe van Ben Reinders: “De gereformeerde kerk aan de Zutphensestraatweg was de plaats waar onder de preekstoel wapens verborgen waren en ook was er een radiozender verstopt. Bovendien vond menig onderduiker op doorreis er onderdak en een schuilplaats.”
In Dieren en omgeving werden tal van mensen geholpen door de groep Plantagie-Reinders. Eerstgenoemde werd in 1944 opgepakt en overleefde het concentratiekamp niet.
Dat het onderdak verlenen aan onderduikers beslist niet zonder gevaar was, ondervond de familie Frederiks uit de Fraterwaard aan den lijve. Vader Jan Frederiks werd namelijk opgepakt wegens steun aan onderduikers en later bij de Woeste Hoeve vermoord, als represaille voor de aanslag op Rauter aldaar.
Dick Timmerman is de zoon van Bertus Timmerman, tijdens de oorlog politieagent in Laag-Soeren en Spankeren. “Mijn vader zat volop in het verzet, op alle mogelijke manieren. Hij was ook voor de duvel niet bang. Hij had veel contact met Gradus Peters, die ze overigens Pa Peters noemden. Die wist vreselijk goed de weg in het bos en had niet alleen in zijn huis, maar ook in de omgeving heel wat onderduikers verstopt. Gevaarlijk werk, want ontdekking en verraad lagen altijd op de loer. Mijn vader hoorde op een bepaald moment via collega’s bij de politie dat er ernstige verdenkingen bestonden tegen Peters, dus ging hij die waarschuwen. Die had in een hol nabij het Schaddeveld een aantal mannen verstopt, waaronder een Duitse deserteur. Dat dreigde dus helemaal verkeerd af te lopen en mijn vader besloot onder te duiken. Hij was met een tasje kleren op weg naar Dieren, toen hij ter hoogte van het Leihuis Duitsers aan zag komen. Hij verborg zich in de struiken en daar zag hij ze passeren. Voorop reed een motor met zijspan en in het bakje zat Pa Peters. Daarachter een wagen met de Ortskommandant en een vrachtwagen soldaten.
Pas later hoorde mijn vader hoe de vork in de steel zat. Peters had besloten dat de aanval de beste verdediging was. Hij had de onderduikers het bos in gebracht en ze op het hart gedrukt op die plek te blijven, dan zou hen niets gebeuren. Intussen ging hij naar de Ortskommandant en vertelde daar dat hij een plek wist waar onderduikers zaten. Hij zou ze wel wijzen waar. Dus reed het hele spul naar het bos achter Laag-Soeren, waar Peters ze naar het lege hol zou brengen. Die stomme onderduikers waren echter niet op de afgesproken plek gebleven, maar weer naar het hol gegaan. Een paar werden gepakt. Die Duitse deserteur werd ter plekke door de Ortskommandant neergeschoten en een paar anderen verdwenen naar een kamp. Maar de afleidingsmanoeuvre had gewerkt. Niemand had overigens opgepakt hoeven worden als ze maar op hun plek waren gebleven. Peters wist precies waarheen hij die moffen bracht. En die lieten zich met genoegen leiden, want die gingen niet graag de bossen in. Dat was ze veel te link.”
Het boek Oorlog aan de Veluwezoom (464 pagina’s, ISBN 90-80-8838-1-6) is voor € 29,90 te koop in de boekhandels in Boekhandel Dieren, Hendriks in Eerbeek en Jansen en de Feijter in Velp en ook te bestellen via e-mail: regiobode@gmail.com.
Foto: Ben en Jut Reinders en bosbaas ‘Pa’ Peters op een foto uit 1945. Ze leidden een verzetsgroep die opereerde vanuit Laag-Soeren.