EERBEEK – Tegenover zijn zalencentrum en café is het één grote bouwput. Tommy ter Hove van Spoorzicht vindt het geen gezicht. “Als ik een toerist was, zou ik hier één keer het dorp doorrijden en dan nooit meer terugkomen.” Het vertrouwen in het Centrumplan is weg.
Het Centrum van Eerbeek ligt op de schop. Er wordt hard gewerkt aan een nieuw Centrumplan. Eén van de onderdelen daarvan is de bouw van winkelruimte en appartementen op het terrein aan de Loenenseweg, naast het spoor en tegenover Spoorzicht. Eind vorig jaar is hier de oude bebouwing gesloopt, maar van nieuwbouw is nog geen sprake. De uitvoering is stilgelegd door de rechter, na bezwaarschriften van Heine, Mayr Melnhof, Autobedrijf ’t Centrum en Spoorzicht.
Tommy ter Hove van Spoorzicht ziet graag iets gebouwd aan de overkant, het liefst zo snel mogelijk, maar kan zich niet vinden in het plan. Het grootste probleem heeft Ter Hove met de parkeerplaatsen. Er is volgens hem in de toekomst veel te weinig parkeerruimte als er nog 700 vierkante meters winkelruimte extra bij komt. De parkeerplaatsen langs de weg tussen de supermarkt van Heine en de zaal, die langs de weg strak achter Spoorzicht en de veertien plekken achter het pand zijn van Ter Hove. “Ik heb met Heine de afspraak dat we die plekken gezamenlijk gebruiken: overdag kunnen zijn klanten er parkeren, ’s avonds mijn gasten. En dat werkt goed. Inmiddels wordt er ook geparkeerd door mensen die bij de Chinees komen, bij het uitzendbureau, bij slager Van der Horst. Als er dan ook nog winkels aan de overkant bijkomen, plus appartementen, is er simpelweg niet genoeg ruimte meer. Ik zie het gebeuren dat ik dan ’s avonds mijn parkeerplaatsen af moet zetten als ik een feest heb, zodat mijn bezoekers tenminste hun auto kwijt kunnen.”
Er komt in de toekomst geen parkeerprobleem, vindt Marchel Romeijn, teamleider Ruimtelijke Ordening en Vergunningen van de gemeente Brummen. “Er is in het bouwplan voldoende parkeerruimte voorzien op eigen terrein. Voor de bewoners van de appartementen komt er een parkeergarage, bezoekers aan de winkels kunnen eveneens op eigen terrein parkeren. We voldoen daarbij ruimschoots aan de landelijke eisen die daarvoor worden gesteld.”
Ook maakt Ter Hove zich zorgen over de drukte op de weg. “Als je uit de richting van het Stuyvenburchplein komt, passeer je eerst rechts de Veldweg, dan de spoorbaan, het zebrapad en dan een nieuwe kruising in het nieuwe bouwplan. Aan de andere kant heb je dan de Kloosterstraat, waar alle vrachtwagens van leveranciers voor mij en Heine doorkomen. Dat wordt een chaos.” Ook deze situatie is volgens Romeijn geen probleem. “Het aantal inritten neemt juist af ten opzichte van de oude situatie. Toen had iedere winkel zijn eigen oprit. Nu komt er één weg naar de parkeergarage voor de appartementen en de parkeerruimte bij de winkels.”
Romeijn begrijpt dat Ter Hove bezwaar maakt tegen het plan, maar denkt zelf dat het de cafébaas vooral te doen is om de woningbouw tegen te houden. “Ik snap dat hij zich zorgen maakt over de nieuwe bewoners aan de overkant van de weg. Voor horeca-exploitanten is iedere bewoner een potentiële klager. Het maakt echter geen verschil of er twee woningen komen of twaalf, één bewoner heeft net zoveel rechten als een groepje. Voorheen kon er ook al worden geklaagd door de toenmalige bewoners, dat zal niet veranderen.”
Ter Hove kijkt inderdaad niet uit naar nieuwe overburen, maar ziet in dat die er toch wel komen. “Eerlijk is eerlijk, ik ben niet blij met de komst van de woningen, maar dat houd je toch niet tegen, dat weet ik ook wel. Bovendien vind ik ook dat er iets moet gebeuren, dit is ook niets. Ik wil ook niet eeuwig bezwaar maken, het liefst kom ik er door goed overleg uit, maar dat zie ik nog niet gebeuren. Wat me het meest irriteert is de stugge houding van de gemeente Brummen. De woningstichting wilde wel met me in gesprek, maar die nieuwe wethouder Elbers heb ik nog niet één keer gesproken. Ook niet tijdens informatieavonden die bij mij in de zaal zijn gehouden. Ook in de rechtbank vroegen de rechters of we niet even op de gang met elkaar wilden babbelen. De woningstichting wilde dat wel, maar de gemeente had daar geen belang bij.”
En dus moest de rechter een uitspraak doen over het bezwaar van Ter Hove. Hij heeft om een voorlopige voorziening gevraagd, waarmee de bouw wordt stilgelegd. Inhoudelijk heeft de rechter niets over de zaak gezegd, wel is gebleken dat er bij de gemeente procedurele fouten zijn gemaakt. Er moest een bouwvergunning en een ontheffing van het bestemmingsplan worden aangevraagd. Deze aanvraag is in 1998 al goedgekeurd op basis van de plannen van destijds. Deze plannen zijn inmiddels echter gewijzigd en dus is de bouwvergunning niet langer geldig. Hoe de gemeente nu verder gaat, is nog even wachten. Romeijn: “Het college gaat nu bekijken wat ze wil, binnen twee maanden wordt hierover een besluit genomen. Naar verwachting, maar dat staat dus nog niet zeker niet vast, zal het plan inhoudelijk niet worden gewijzigd. Wel moet een nieuwe bouwvergunning worden aangevraagd en gaan hiervoor nieuwe procedures lopen. Hiertegen kunnen belanghebbenden dan opnieuw bezwaar aantekenen.”
De kans is groot dat er tegen die tijd opnieuw een brief van Ter Hove opnieuw naar de Bezwaarschriftcommissie gaat, maar het liefst zou hij gewoon eens met de gemeente om tafel gaan. “Ik ben het gedoe zo zat”, aldus Ter Hove. “Je krijgt er zoveel praat van. In het dorp gaan verhalen de ronde dat ik ermee zou willen stoppen door alle toestanden. Dat is dus pertinent niet waar. Al zou ik het willen, ik kan het niet maken. Ik heb boven huurders wonen en meer dan twintig verenigingen die hier in de zaal komen. Bruidsparen vragen me of ze volgend jaar nog wel feest bij me kunnen geven en bij de Carnavalsvereniging zijn er mensen die het bestuur vragen of er al een nieuwe plek is gevonden. Ik blijf het zeggen: ik ga niet weg. Ik zit hier al bijna dertig jaar en ga door tot ik erbij neerval.”
Het Centrumplan voor Eerbeek is een mooi idee, maar Ter Hove ziet het nog niet zo gebeuren. “Ze zijn er al achttien jaar mee bezig en willen nu binnen vijftien jaar klaar zijn. Dat is bijna een half mensenleven. En ondertussen ziet het dorp er niet uit. Ik kan Eerbeek niet verkopen aan vakantiegangers met al die lege plekken. En de gemeente wil maar slopen. Straks ziet het er hier uit als een dierentuin: allemaal stukjes zand met hekwerkjes eromheen.”