GEM. RHEDEN – De aanmelding voor de Rabo/Burgemeester de Bruinprijs 2010 is weer geopend. De BdeB-prijs is een gemeentelijke aanmoedigingsprijs voor kunstenaars die een band met Rheden hebben (gehad), aan het begin staan van hun professionele loopbaan en een belofte inhouden voor de toekomst. Tot 1 maart kan iedereen zichzelf of een ander voordragen. Een gemeentelijke kunstprijs is tamelijk uniek in Nederland. Bovendien heeft de prijs echt betekenis, omdat de kwaliteitseisen streng zijn en blijven.
De prijs werd in 1959 ingesteld ter nagedachtenis van de in 1958 plotseling overleden van burgemeester Jan de Bruin, door zijn opvolger Van Walsum. De Bruin was een veelzijdig en breed georiënteerd man met een visie, iemand die zich naast de wederopbouw van het land – zo kort na de oorlog al – inzette voor andere facetten van de nieuwe samenleving: culturele ontwikkeling en contacten met de Duitse jeugd. Zo stelde hij in 1956 de Culturele Raad in en verbond daaraan een fonds van het toen fabelachtige bedrag van 100.000 gulden. Een deel van dit fonds werd na zijn dood bestemd voor de prijs die zijn naam kreeg. De prijs bestaat anno 2009 uit een een bedrag van 2.000 euro, een stapel fraaie brochures en natuurlijk de eerste regionale publiciteit.
De prijs bestaat inmiddels dus vijftig jaar, maar wordt niet standaard elk jaar uitgereikt. “Als de beoordelingscommissie de voorgedragen kandidaat of kandidaten niet goed genoeg vindt, dan wordt de prijs in het betreffende jaar niet toegekend,” vertelt Willem van Katwijk, voorzitter van de BdeB-prijscommissie. In vijftig jaar werd de prijs 31 keer uitgereikt. Onder hen regionaal of landelijk bekende namen: violiste Emmy Verheij, organist Piet Cnossen, violisten Joris en Nienke van Rijn, schrijver Vincent Overeem. Een handvol laureaten brak zelfs internationaal door, daarmee bewijzend dat de beoordelingscommissie het bij het rechte eind had.
Niemand kan in de toekomst kijken, dus het beoordelen of iemand inderdaad een ‘belofte voor de toekomst’ in zich heeft is lastig. De commissie schrijft daarom elk jaar alle zestig kunstzinnige opleidingsinstituten in Nederland aan. Van Katwijk motiveert: “Docenten kunnen in de vier jaar die de opleidingen meestal duren, vaak progressie waarnemen. Wij vragen ze daarom jaarlijks of ze iemand kennen die in Rheden gewoond heeft of daar onderwijs gevolgd heeft en die opvalt door uitzonderlijke kwaliteit.” (Een erkende opleiding gevolgd hebben is trouwens geen eis: en kunstenaar kan autodidact zijn.) Het blijft niet bij een voordracht door docenten. In de BdeBprijs-commissie zitten, naast de voorzitter, nog drie personen die de feitelijke, zeer kritische jury vormen: iemand met deskundigheid op het gebied van muziek, iemand voor beeldende kunsten en iemand voor literatuur en kleinkunst. Deze jury bestaat momenteel uit Cornelia Stoel, Marjolein de Groen en Anna Wiersum. Zo nodig worden externe en onafhankelijke juryleden aangetrokken. Met iedere kandidaat wordt vervolgens een uitgebreid beoordelingstraject doorlopen, van kennismaking en het bekijken/ beluisteren van hun werk tot het bijwonen van meerdere optredens. Van Katwijk: “Belangrijk daarbij is dat we veelzijdigheid en progressie zien of horen. Kandidaten moeten niet steeds hetzelfde bieden, maar meerdere thema’s kunnen behandelen. En we moeten ons geraakt voelen door hun prestatie.”
Van Katwijk is al negentien jaar voorzitter. “Als er iemand gevonden wordt die aan alle kwaliteitscriteria voldoet, dan zijn we ook echt verrukt. Het is iedere keer weer een feest dat je iemand een zetje mag geven.” Meestal zijn het jonge mensen, maar leeftijd is geen selectiecriterium op zichzelf. Overigens krijgen kandidaten die afgewezen worden, altijd een positief geformuleerd advies op welke manier ze zich verder en breder zouden kunnen ontwikkelen en de uitnodiging om zich na een of enkele jaren ‘rijping’ alsnog te kandideren.